Sneltoetsen voor tekeningen
Dit is een lijst met sneltoetsen specifiek voor tekendocumenten.
U kunt ook de algemene sneltoetsen voor LibreOffice gebruiken.
Functietoetsen voor tekeningen
Sneltoetsen |
Effect |
F2 |
Tekst toevoegen of bewerken. |
F3 |
Opent een groep zodat individuele objecten bewerkt kunnen worden. |
CommandCtrl+F3 |
Groep-editor sluiten. |
Shift+F3 |
Opent het dialoogvenster Dupliceren. |
F4 |
Opent het dialoogvenster Positie en grootte. |
F5 |
Opent de Navigator. |
F7 |
Hiermee controleert u de spelling. |
CommandCtrl+F7 |
Opent de Thesaurus. |
F8 |
Punten bewerken aan/uit. |
CommandCtrl+Shift+F8 |
Past zich aan frame aan. |
Command+TF11 |
Opent het dialoogvenster Stijlen en opmaak. |
Sneltoetsen voor tekeningen
Sneltoetsen |
Effect |
Plustoets (+) |
Zoomt in. |
Mintoets (-) |
Zoomt uit. |
Vermenigvuldigingstoets (×) (numeriek toetsenblok) |
Hiermee zoomt u om de hele pagina op het scherm te laten passen. |
Delingstoets (÷) (numeriek toetsenblok) |
Zoomt in op de huidige selectie. |
CommandCtrl+Shift+G |
Groepeert de geselecteerde objecten. |
Shift+Command+OptionCtrl+Alt+A |
Heft de groepering van de geselecteerde groep op. |
CommandCtrl+Shift+K |
Combineert de geselecteerde objecten. |
Command+OptionCtrl+Alt+Shift+K |
Verbreekt de samenvoeging van de geselecteerde objecten. |
CommandCtrl+Shift+ + |
Vooraan. |
CommandCtrl+ + |
Naar voren. |
CommandCtrl+ - |
Naar achteren. |
CommandCtrl+Shift+ - |
Achteraan. |
Sneltoetsen specifiek voor tekeningen
Sneltoetsen |
Effect |
Pagina naar boven |
Wissel naar vorige pagina |
Pagina naar beneden |
Wissel naar volgende pagina |
CommandCtrl+Page Up |
Wissel naar vorige laag |
CommandCtrl+Page Down |
Wissel naar volgende laag |
Pijltoets |
Verplaatst het geselecteerde object in de richting van de pijl. |
CommandCtrl+pijltoets |
Verplaatst de paginaweergave in de richting van de pijl. |
CommandoCtrl-klik tijdens het slepen van een object. Opmerking: U moet eerst de optie Kopie bij verplaatsen inschakelen via LibreOffice - VoorkeurenExtra - Opties - LibreOffice Draw - Algemeen is ingeschakeld (is standaard ingeschakeld). |
Maakt een kopie van het gesleepte object wanneer u de muisknop loslaat. |
CommandCtrl+Enter met toetsenbordfocus (F6) op een pictogram van een tekenobject op de werkbalk Werktuigen |
Voegt een tekenobject van standaardgrootte in het midden van de huidige weergave in. |
Shift+F10 |
Opent het contextmenu voor het geselecteerde object. |
F2 |
Hiermee gaat u naar tekstmodus. |
Enter |
Hiermee gaat u naar tekstmodus als er een tekstobject geselecteerd is. |
CommandCtrl+Enter |
Hiermee gaat u naar tekstmodus als er een tekstobject geselecteerd is. Als er geen tekstobjecten zijn of als u alle tekstobjecten op de pagina hebt doorgebladerd, wordt er een nieuwe pagina ingevoegd. |
OptionAlt |
Druk op de toets OptionAlt en sleep met de muis vanuit het midden van het object naar de buitenrand om het object te tekenen of de grootte ervan aan te passen. |
OptieAlt+ klik op een object |
Hiermee selecteert u het object achter het huidig geselecteerde object. |
OptionAlt +Shift+klik op een object |
Selecteert het object vóór het huidig geselecteerde object. |
Shift-toets tijdens selectie van een object |
Hiermee kunt u objecten aan de selectie toevoegen of eruit verwijderen. |
Shift+ slepen tijdens het verplaatsen van een object |
De beweging van het geselecteerde object wordt met veelvouden van 45 graden beperkt. |
Shift+slepen tijdens maken of grootte wijzigen van object |
Beperkt de grootte om de verhoudingen van het object te behouden. |
Tab |
Hiermee kunt u door de objecten op de pagina bladeren in de volgorde waarin ze gemaakt zijn. |
Shift+Tab |
Hiermee kunt u door de objecten op de pagina bladeren in omgekeerde volgorde van de volgorde waarin ze gemaakt zijn. |
Esc |
Sluit de huidige modus af. |