Assistent Diagram - Gegevensbereik

Op deze pagina van de Assistent Diagram kunt u één enkele bron als gegevensbereik selecteren. Dit bereik mag uit meerdere rechthoekige celbereiken bestaan.

Tippictogram

Gebruik de pagina Gegevensreeksen van de Assistent Diagram als u meer controle wilt over de gegevensbereiken.


Om toegang te krijgen tot deze functie..

Kies Invoegen - Diagram...

Icon

Diagram invoegen.

Dubbelklik op een diagram en kies vervolgens Opmaak – Gegevensbereiken


Dit dialoogvenster is alleen beschikbaar voor diagrammen die gebaseerd zijn op een Calc- of Writertabel.

Druk op Shift+F1 en wijs een besturingselement aan om meer te weten te komen over dat besturingselement.

Een gegevensbereik aangeven

  1. Selecteer het gegevensbereik. Kies één van de volgende manieren:

    Voer het gegevensbereik in het tekstvak in.

    In Calc zou een voorbeeld van een gegevensreeks kunnen zijn "$Blad1.$B$3:$B$14". Merk op dat een gegevensreeks uit meer dan één gebied mag bestaan, bijvoorbeeld "$Blad1.A1:A5;$Blad1.D1:D5" is ook een geldig gegevensbereik. In Writer kan een voorbeeld van een gegevensreeks bijvoorbeeld zijn "Tabel1.A1:E4".

    Klik in Calc op Selecteer gegevensbereik om het dialoogvenster te minimaliseren, sleep vervolgens over een celgebied om het als gegevensbereik te selecteren.

    Als u een gegevensbereik van meerdere celbereiken wilt die niet aaneengeschakeld zijn, voer dan het eerste bereik in, dan handmatig een puntkomma aan het einde van het tekstvak, voer vervolgens de andere bereiken in. Gebruik een puntkomma als scheidingsteken tussen de bereiken.

  2. Klik op één van de opties voor gegevensreeksen in rijen of in kolommen.

  3. Markeer of het gegevensbereik koppen heeft als eerste rij of als eerste kolom of in beide.

In het voorbeeldvenster kunt u zien hoe het voltooide diagram er uit zal zien.