X/Y-foutbalken
Gebruik het dialoogvenster X- of Y-foutbalken om de foutbalken voor 2D-diagrammen weer te geven.
Een foutbalk is een indicatielijn die loopt over een bereik van x/y - NegatieveFoutwaarde naar x/y + PositieveFoutwaarde. Hierbij is x of y de waarde van het gegevenspunt. Als "standaarddeviatie" is geselecteerd, is x of y de gemiddelde waarde van de gegevensreeksen. NegatieveFoutwaarde en PositieveFoutwaarde zijn de hoeveelheden, die zijn berekend door de foutbalk-functie of die expliciet zijn ingesteld.
De menu-opdracht Invoegen - X/Y-foutbalken is alleen beschikbaar voor 2D-diagrammen.
Foutcategorie
In het gebied Foutcategorie kunt u verschillende manieren kiezen om de foutcategorie weer te geven.
Geen
Toont geen foutbalken.
Constante waarde
Toont constante waarden die u in het gedeelte Parameters heeft gespecificeerd.
Procentueel
Toont percentages. De aanduiding heeft betrekking op het overeenkomstige gegevenspunt. Stel het percentage in het gedeelte Parameters in.
Functies
Selecteer een functie om de foutbalken te berekenen.
Standaardfout: Geeft de standaardfout weer.
Variantie: Geeft de variantie weer, berekend naar het aantal gegevenspunten en hun respectievelijke waarden.
Standaardafwijking: Geeft de standaardafwijking (vierkantswortel van de variantie). In tegenstelling tot andere functies worden foutbalken gericht op het gemiddelde.
Foutmarge: Geeft de hoogste foutmarge in percentage overeenkomstig de hoogste waarde van de gegevensgroep. Stel het percentage in in het gebied Parameters.
Celbereik
Klik op Celbereik en specificeer dan een cebereik van waaruit de positieve en negatieve waarden voor de foutbalken moeten worden genomen.
Uit gegevenstabel
Voor een diagram met zijn eigen gegevens kunnen de waarden voor de foutbalken worden ingevoerd in de gegevenstabel van het diagram. Het dialoogvenster Gegevenstabel geeft aanvullende kolommen, genaamd Positieve Y-foutbalken en Negatieve Y-foutbalken weer.
Dezelfde waarde voor beide
Inschakelen om de positieve foutwaarden ook als negatieve foutwaarden te gebruiken. U kunt alleen de waar van het vak "Positief (+)" wijzigen. Die waarde wordt automatisch naar het vak "Negatief (-)" gekopieerd.
Foutindicator
Specificeert de foutindicator.
Positief en negatief
Geeft positieve en negatieve foutbalken weer.
Positief
Geeft alleen positieve foutbalken weer.
Negatief
Geeft alleen negatieve foutbalken weer.