Gegevenstabel

Opent het dialoogvenster Gegevenstabel waarin u deze gegevens kunt wijzigen.

Het dialoogvenster Gegevenstabel is niet beschikbaar als u een diagram invoegt dat gebaseerd is op een Calc-werkblad of een Writer-tabel.

Notitiepictogram

Sommige wijzigingen worden pas zichtbaar nadat u het dialoogvenster hebt gesloten en opnieuw hebt geopend.


Om toegang te krijgen tot deze functie..

Kies Bewerken - Diagramgegevens (diagrammen)

Op de werkbalk Opmaak klikt u op

Pictogram

Diagramgegevens


Druk op Shift+F1 en wijs een besturingselement aan om meer te weten te komen over dat besturingselement.

Diagramgegevens wijzigen

U kunt, als u een diagram maakt dat is gebaseerd op standaardgegevens of wanneer u een diagram in uw document kopieert, het dialoogvenster Gegevenstabel openen om uw eigen gegevens in te voeren. Het diagram geeft de gegevens direct weer in een voorbeeld.

Sluit het dialoogvenster Diagramgegevens om alle wijzigingen toe te passen in het diagram. Kies Bewerken - Ongedaan maken om de wijzigingen te annuleren.

  1. Invoegen of selecteren van een diagram dat niet gebaseerd is op bestaande celgegevens.

  2. Kies Beeld - Tabel diagramgegevens om het dialoogvenster Gegevenstabel te openen.

    De gegevensreeksen zijn georganiseerd in kolommen. De rol van de meest links gelegen kolom is om respectievelijk categorieën of gegevenslabels in te stellen. De inhoud van de meest links gelegen kolom is altijd opgemaakt als tekst. U kunt meer tekstkolommen invoegen om te worden gebruikt als hiërarchische labels.

  3. Klik in het dialoogvenster op een cel en wijzig de inhoud. Klik op een andere cel om de gewijzigde inhoud in het voorbeeld te zien.

  4. Voer de naam van de gegevensreeksen in het tekstvak boven de kolom in.

  5. Gebruik de pictogrammen boven de tabel om rijen en kolommen in te voegen of te verwijderen. Gegevensreeksen die bestaan uit meerdere kolommen kunnen alleen in zijn geheel worden ingevoegd of verwijderd.

  6. De volgorde van de gegevensreeksen in het diagram is gelijk aan de volgorde in de gegevenstabel. Gebruik het pictogram Kolom wisselen om de huidige kolom te wisselen met de kolom er rechts naast.

  7. De volgorde van de categorieën of gegevenspunten in het diagram zijn gelijk aan de volgorde in de gegevenstabel. Gebruik het pictogram Rij wisselen om de huidige rij te wisselen met de rij eronder.