Gegevens automatisch invullen op basis van aangrenzende cellen

Via de opdrachten Automatisch invullen of Reeks kunt u cellen automatisch met gegevens vullen.

De opdracht Automatisch invullen gebruiken

De opdracht Automatisch invullen genereert automatisch een gegevensreeks op basis van een gedefinieerd patroon.

  1. Klik, op een blad, in een cel en voer een getal in.

  2. Klik in een andere cel en dan weer in de cel waarin u het getal getypt hebt.

  3. Sleep met de muis de rechteronderkant van de cel naar beneden.

    Als u de muisknop loslaat, zijn de op deze manier geselecteerde cellen gevuld met getallen. Het nummer dat is ingevuld is in elke volgende cel verhoogd met 1.

Tippictogram

Wilt u snel een lijst met opeenvolgende dagen maken, dan voert u maandag in een cel in en versleept u het vulhandvat.


Houd -toets ingedrukt als u de cellen niet wilt vullen met verschillende waarden.

Notitiepictogram

Als u twee of meer aaneensluitende cellen, die verschillende getallen bevatten, hebt geselecteerd en u sleept die tegelijkertijd wordt het daarin voorkomende rekenkundige patroon voortgezet. De functie Vullen herkent ook gebruikergedefinieerde lijsten die zijn gedefinieerd onder - LibreOffice Calc - Sorteerlijsten.


Tippictogram

U kunt op het vulhandvat dubbelklikken om automatisch alle lege kolommen van het huidige gegevensblok te vullen. Voer bijvoorbeeld eerst 'jan' in A1 in, en sleep dan het vulhandvat naar beneden tot A12 om de twaalf maanden in de eerste kolom te zetten. Voer nu enkele waarden in B1 en C1 in. Selecteer die twee cellen en dubbelklik op het vulhandvat. Het gegevensblok B1:C12 wordt nu automatisch gevuld.


Een gedefinieerde reeks gebruiken

  1. Selecteer eerst het bereik in de tabel dat u wilt vullen.

  2. Kies Bewerken - Vullen - Reeks.

  3. Selecteer de parameters voor de reeks.

    Als u een rekenkundige reeks selecteert, wordt de stap die u invoert, aan elk opeenvolgend nummer in de reeks opgeteld om de volgende waarde te berekenen.

    Als u een meetkundige reeks selecteert, wordt de stap die u invoert, met elk opeenvolgend getal vermenigvuldigd om de volgende waarde te berekenen.

    Als u een datumreeks selecteert, wordt de stapgrootte opgeteld bij de tijdseenheid die u opgeeft.