Herkenning van namen als adressering

U kunt verbindingen leggen tussen rijen en kolommen met behulp van cellen met tekst.

Voorbeeld werkblad

In het voorbeeldwerkblad kunt u de tekenreeks 'Kolom één' in een formule gebruiken om te verwijzen naar het celbereik B3 tot en met B5, of 'Kolom twee' voor het celbereik C2 tot en met C5. U kunt ook gebruiken 'Rij één' voor het celbereik B3 tot en met D3, of 'Rij twee' voor het celbereik B4 tot en met D4. Het resultaat van een formule die een celnaam gebruikt, bijvoorbeeld SOM('Kolom één'), is 600.

Deze functie is standaard actief. Kies - LibreOffice Calc - Berekenen en maak het keuzevak Rij- en kolomkoppen automatisch vinden leeg om deze functie uit te schakelen.

Tippictogram

Teneinde namen automatisch te herkennen moeten de namen bestaan uit alfanumerieke tekens en moet het eerste teken een letter zijn. Als u niet-alfanumerieke karakters (inclusief spatie) gebruikt, plaats de namen dan tussen enkele aanhalingstekens ('). Als er een enkel aanhalingsteken voorkomt in een naam, moet u een backslash vóór het enkele aanhalingsteken plaatsen, bijvoorbeeld: Tessa\'s jas.