UUR

Retourneert het uur voor een opgegeven tijdswaarde. Het uur wordt geretourneerd als een geheel getal tussen 0 en 23.

Syntaxis

UUR(Getal)

Getal, als tijdswaarde, is een decimaal getal waarvoor het uur geretourneerd moet worden.

Voorbeelden

=UUR(NU()) geeft het huidige uur terug

=UUR(C4) geeft 17 terug als de inhoud van C4 = 17:20:00.

Zie ook de volgende functies:

JAAR, NU, MINUUT, MAAND, DAG, WEEKDAG.