AutoOpmaak

Gebruik deze opdracht om AutoOpmaak op een geselecteerd bladgebied toe te passen of om uw eigen AutoOpmaak te definiëren.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Kies Opmaak - AutoOpmaak.

Op de werkbalk Werktuigen klikt u op

Pictogram

AutoOpmaak


Opmaak

Kies een vooraf gedefinieerde AutoOpmaak om deze op een geselecteerd gebied in uw blad toe te passen.

Voorbeeldveld

Een voorbeeld bekijken van de huidige selectie.

Toevoegen

Hiermee kunt u de huidige opmaak van een bereik van ten minste 4 x 4 cellen aan de lijst met vooraf gedefinieerde AutoOpmaak-opties toevoegen. Het dialoogvenster AutoOpmaak toevoegenverschijnt nu.

Voer een naam in en klik op OK.

Verwijderen

De geselecteerde elementen verwijderen (na bevestiging).

Naam wijzigen

Opent een dialoogvenster waarin de naam van de geselecteerde AutoOpmaak kan worden gewijzigd.

Het dialoogvenster AutoOpmaak nieuwe naam geven wordt geopend. Voer hier de nieuwe naam voor de AutoOpmaak in.

Opmaak

In deze sectie kunt u de beschikbare opmaakopties selecteren of de selectie ervan opheffen. Als u huidige instellingen in uw werkblad wilt behouden, heft u de selectie van de toepasselijke optie op.

Getalnotatie

Geeft aan, wanneer gemarkeerd, dat u de getalnotatie van de geselecteerde opmaak wilt behouden.

Randen

Geeft aan, wanneer gemarkeerd, dat u de rand van de geselecteerde opmaak wilt behouden.

Lettertype

Geeft aan, wanneer gemarkeerd, dat u het lettertype van de geselecteerde opmaak wilt behouden.

Patroon

Geeft aan, wanneer gemarkeerd, dat u het patroon van de geselecteerde opmaak wilt behouden.

Uitlijning

Geeft aan, wanneer gemarkeerd, dat u de uitlijning van de geselecteerde opmaak wilt behouden.

Breedte/hoogte dynamisch aanpassen

Specificeert, wanneer gemarkeerd, dat u de breedte en hoogte van de geselecteerde cellen van de geselecteerde opmaak wilt behouden.