Add-in functies, Lijst met analyse functies, deel 1
BESSEL.I
Berekent de gewijzigde Bessel-functie van de eerste soort In(x).
Syntaxis
BESSEL.I(X; N)
X is de waarde waarover de functie zal worden berekend.
N is een positieve integer (N>=0) die de volgorde in de Bessel-functie vertegenwoordigt In(x)
Voorbeelden
=BESSELI(3,45; 4), geeft 0,651416873060081
=BESSELI(3,45; 4,333), geeft 0,651416873060081, net als hierboven omdat het fractionele deel van N wordt genegeerd.
=BESSEL.I(-1; 3), geeft -0,022168424924332 terug
BESSEL.J
Berekent de Bessel-functie van de eerste soort Jn(x) (cilinderfunctie).
Syntaxis
BESSEL.J(X; N)
X is de waarde waarover de functie zal worden berekend.
N is een positieve integer (N>=0) die de volgorde in de Bessel-functie vertegenwoordigt Jn(x)
Voorbeelden
=BESSEL.J(3,45; 4), geeft 0,196772639864984 terug
=BESSEL.J(3,45; 4,333), geeft 0,196772639864984, hetzelfde als hierboven, omdat het breukgedeelte van N wordt genegeerd.
=BESSELJ(-1, 3), geeft -0,019563353982668
BESSEL.K
Berekent de gewijzigde Bessel-functie van de tweede soort Kn(x).
Syntaxis
BESSEL.K(X; N)
X is de positieve waarde (X > 0) waarover de functie berekend wordt.
N is een positieve integer (N>=0) die de volgorde in de Bessel-functie vertegenwoordigt Kn(x)
Voorbeelden
=BESSELK(3,45, 4), geeft 0,144803466373734
=BESSELK(3,45, 4,333), geeft 0,144803466373734, hetzelfde als hierboven, omdat het breukgedeelte van N wordt genegeerd.
=BESSELK(0, 3), geeft Err:502 – ongeldig argument (X=0)
BESSEL.Y
Berekent de gewijzigde Bessel-functie van de tweede soort Yn(x).
Syntaxis
BESSEL.Y(X; N)
X is de positieve waarde (X > 0) waarover de functie berekend wordt.
N is een positieve integer (N>=0) die de volgorde in de Bessel-functie vertegenwoordigt Jn(x)
Voorbeelden
=BESSELY(3,45, 4), geeft -0,679848116844476
=BESSELY(3,45, 4,333), geeft -0,679848116844476, hetzelfde als hierboven, omdat het breukgedeelte van N wordt genegeerd.
=BESSELY(0, 3), geeft Err:502 – ongeldig argument (X=0)
BIN.N.DEC
Het resultaat is het decimale getal voor het ingevoerde binaire getal.
Syntaxis
BIN.N.DEC(Getal)
Getal is een binair getal. Het getal kan maximaal 10 plaatsen (bits) hebben. Het meest significante bit is het teken-bit. Negatieve getallen worden ingevoerd als 2's complement.
Voorbeeld
=BIN.N.DEC(1100100) geeft 100 terug.
BIN.N.HEX
Het resultaat is het hexadecimale getal voor het ingevoerde binaire getal.
Syntaxis
BIN.N.HEX(Getal; Plaatsen)
Getal is een binair getal. Het getal kan maximaal 10 plaatsen (bits) hebben. Het meest significante bit is het teken-bit. Negatieve getallen worden ingevoerd als 2's complement.
Plaatsen betekent het aantal plaatsen dat moet worden uitgevoerd.
Voorbeeld
=BIN.N.HEX(1100100;6) geeft 000064 terug.
BIN.N.OCT
Het resultaat is het getal uit het achttallig stelsel voor het ingevoerde binaire getal.
Syntaxis
BIN.N.OCT(Getal; Plaatsen)
Getal is een binair getal. Het getal kan maximaal 10 plaatsen (bits) hebben. Het meest significante bit is het teken-bit. Negatieve getallen worden ingevoerd als 2's complement.
Plaatsen is het aantal plaatsen dat moet worden uitgevoerd.
Voorbeeld
=BIN.N.OCT(1100100;4) geeft 0144 terug.
DEC.N.BIN
Het resultaat is het binaire getal voor het ingevoerde decimale getal tussen -512 en 511..
Syntaxis
DEC.N.BIN(Getal; Plaatsen)
Getal is een decimaal getal. Als Getal negatief is geeft de functie een binair getal met 10 tekens terug. Het meest significante bit is het teken-bit, de andere 9 bits geven de waarde terug.
Plaatsen is het aantal plaatsen dat moet worden uitgevoerd.
Voorbeeld
=DEC.N.BIN(100;8) geeft 01100100 weer.
DEC.N.HEX
Het resultaat is het hexadecimale getal voor het ingevoerde decimale getal.
Syntaxis
DEC.N.HEX(Getal; Plaatsen)
Getal is een decimaal getal. Als Getal negatief is geeft de functie een binair getal met 10 tekens (40 bits) terug. Het meest significante bit is het teken-bit, de andere 39 bits geven de waarde terug.
Plaatsen is het aantal plaatsen dat moet worden uitgevoerd.
Voorbeeld
=DEC.N.HEX(100;4) geeft 0064 terug.
DEC.N.OCT
Het resultaat is het getal uit het achttallig stelsel voor het ingevoerde decimale getal.
Syntaxis
DEC.N.OCT(Getal; Decimalen)
Getal is een decimaal getal. Als Getal negatief is geeft de functie een octaal getal met 10 tekens (30 bits) terug. Het meest significante bit is het teken-bit, de andere 29 bits geven de waarde terug.
Plaatsen is het aantal plaatsen dat moet worden uitgevoerd.
Voorbeeld
=DEC.N.OCT(100;4) geeft 0144 terug.
DELTA
Het resultaat is WAAR (1) als beide getallen, die als een argument worden geleverd, gelijk zijn, anders is het ONWAAR (0).
Syntaxis
DELTA(Getal1; Getal2)
Voorbeeld
=DELTA(1;2) geeft 0 terug.
ERF.PRECIES
Geeft de waarden van de Gaussische foutintegraal tussen x en de ondergrens terug.
Syntaxis
ERF.PRECIES(Ondergrens)
Ondergrens is de ondergrens van de integraal. De berekening vindt plaats tussen 0 en deze ondergrens.
Voorbeeld
=ERF.PRECIES(1) geeft 0.842701 terug.
ERFC.PRECIES
Geeft complementaire waarden van de Gauss foutintegraal tussen x en oneindig terug.
Syntaxis
ERFC.PRECIES(Ondergrens)
Ondergrens is de ondergrens van de integraal
Voorbeeld
=FOUT.COMPLEMENT(1) geeft 0,157299 terug.
FOUT.COMPLEMENT
Geeft complementaire waarden van de Gaussische foutintegraal tussen x en oneindig.
Syntaxis
FOUT.COMPLEMENT(Ondergrens)
Ondergrens is de ondergrens van de integraal
Voorbeeld
=FOUT.COMPLEMENT(1) geeft 0,157299 terug.
FOUTFUNCTIE
Geeft waarden van de Gaussische foutintegraal.
Syntaxis
FOUTFUNCTIE(Ondergrens; Bovengrens)
Ondergrens is de ondergrens van de integraal
Bovengrens is optioneel. Dit is de bovengrens van de integraal. Als deze waarde ontbreekt wordt berekend tussen 0 en de ondergrens.
Voorbeeld
=FOUTFUNCTIE(0;1) geeft 0,842701 terug.
GROTER.DAN
Het resultaat is 1 als Getal groter is dan of gelijk is aan Stap.
Syntaxis
GROTER.DAN(Getal; Drempelwaarde)
Voorbeeld
=GROTER.DAN(5;1) geeft 1 terug.
HEX.N.BIN
Het resultaat is het binaire getal voor het ingevoerde hexadecimale getal.
Syntaxis
HEX.N.BIN(Getal; Plaatsen)
Getal is een hexadecimaal getal of tekenreeks dat een hexadecimaal getal vertegenwoordigd. Het getal kan maximaal 10 plaatsen hebben. Het meest significante bit is het teken-bit, de volgende bits geven de waarde terug. Negatieve getallen worden ingevoerd als 2's complement.
Plaatsen is het aantal plaatsen dat moet worden uitgevoerd.
Voorbeeld
=HEX.N.BIN(64;8) geeft 01100100 terug.
HEX.N.DEC
Het resultaat is het decimale getal voor het ingevoerde hexadecimale getal.
Syntaxis
HEX.N.DEC(Getal)
Getal is een hexadecimaal getal of tekenreeks dat een hexadecimaal getal vertegenwoordigd. Het getal kan maximaal 10 plaatsen hebben. Het meest significante bit is het teken-bit, de volgende bits geven de waarde terug. Negatieve getallen worden ingevoerd als 2's complement.
Voorbeeld
=HEX.N.DEC(64) geeft 100 terug.
HEX.N.OCT
Het resultaat is het getal uit het achttallig stelsel voor het ingevoerde hexadecimale getal.
Syntaxis
HEX.N.OCT(Getal; Plaatsen)
Getal is een hexadecimaal getal of tekenreeks dat een hexadecimaal getal vertegenwoordigd. Het getal kan maximaal 10 plaatsen hebben. Het meest significante bit is het teken-bit, de volgende bits geven de waarde terug. Negatieve getallen worden ingevoerd als 2's complement.
Plaatsen is het aantal plaatsen dat moet worden uitgevoerd.
Voorbeeld
=HEX.N.OCT(64;4) geeft 0144 terug.