Navigator
Gebruik dit pictogram om de Navigator te activeren en te deactiveren. De Navigator is een venster dat vastgezet kan worden.
Kies Beeld - Navigator om de Navigator weer te geven.
Kolom
Voer de kolomletter in. Druk op de Enter-toets om de celcursor in de gespecificeerde kolom van dezelfde rij te plaatsen.
Rij
Voer het rijcijfer in. Druk op de Enter-toets om de celcursor in de gespecificeerde rij van dezelfde kolom te plaatsen.
Gegevensbereik
Specificeert het huidige gegevens bereik, zoals aangegeven door de positie van de cel cursor.
Gegevensbereik
Begin
Verplaatst naar de cel naar het begin van het huidige gegevensbereik, welke u kunt markeren met de knop Gegevensbereik.
Begin
Einde
Verplaatst naar de cel naar het einde van het huidige gegevensbereik, welke u kunt markeren met de knop Gegevensbereik.
Einde
Omschakelen
Klik hier om de inhoudsopgave om te schakelen. Alleen het geselecteerde Navigatorelement en zijn subelementen zullen worden weergegeven. Klik nogmaals op dit pictogram om alle elementen weer te geven.
Omschakelen
Inhoud
Laat toe om de inhoud te verbergen/tonen.
Inhoud
Scenario's
Toont alle beschikbare scenario's w. Dubbelklik op een naam om het scenario uit te voeren. Het resultaat van uw keuze wordt weergegeven in het blad. Voor meer informatie, kies Extra - Scenario's.
Scenario's
Als de Navigator scenario's weergeeft, kunt u de volgende opdrachten oproepen wanneer u met de rechtermuisknop op een scenario-item klikt:
Verwijderen
Verwijdert het geselecteerde scenario.
Eigenschappen
Opent het dialoogvenster Scenario bewerken, waar u de scenario-eigenschappen kunt bewerken.
Sleepmodus
Opent een submenu waarin u de sleepmodus kunt selecteren. U kunt beslissen welke actie er wordt uitgevoerd wanneer u een object uit de Navigator in een document sleept. Het picotogram geeft aan of er een hyperlink, koppeling of kopie wordt gemaakt, afhankelijk van de geselecteerde modus.
Sleepmodus
Als hyperlink invoegen
Voegt een hyperlink in als u een object sleept en neerzet vanuit de Navigator in een document. U kunt later op de gemaakte hyperlink klikken om de cursor en de weergave voor het respectievelijke object in te stellen.
Als u een hyperlink invoegt die naar een geopend document verwijst, moet u het document opslaan voordat u de hyperlink kunt gebruiken.
Als koppeling invoegen
Maakt een koppeling als u een object sleept en neerzet vanuit de Navigator in een document.
Als kopie invoegen
Maakt een koppeling als u een object sleept en neerzet vanuit de Navigator in een document.
Objecten
Toont alle objecten in uw document.
Documenten
Toont alle namen van alle geopende documenten. Om in de Navigator over te schakelen naar een ander geopend document, klikt u op de naam van het document. De status (actief, inactief) van het document wordt tussen haakjes weergegeven achter de naam. Selecteer het actieve document via het Venstermenu.