Macro

Kies de macro die uitgevoerd moet worden wanneer specifieke afbeeldingen, frames of OLE-objecten geselecteerd worden. Afhankelijk van het geselecteerde object is de functie te vinden op het tabblad Macro van het dialoogvenster Object, of in het dialoogvenster Macro toewijzen.

Gebeurtenis

Toont de gebeurtenissen die relevant zijn voor de macro's die momenteel aan het geselecteerde object zijn toegewezen.

In de volgende tabel worden de macro's en gebeurtenissen beschreven die aan objecten in uw document gekoppeld kunnen worden:

Gebeurtenis

Gebeurtenis activeren

OLE-object

Afbeeldingen

Frame

AutoTekst

ImageMap-gebied

Hyperlink

Object selecteren

Object is geselecteerd.

Muis op object

Muis gaat over het object.

Hyperlink activeren

Hyperlink die aan object is toegewezen, wordt aangeklikt.

Muis verlaat object

Muis gaat van het object af.

Afbeeldingen zijn geladen

Afbeeldingen geladen.

Laden van afbeeldingen gestopt

De gebruiker stopt het laden van afbeeldingen (bijvoorbeeld tijdens het downloaden van de pagina)

Fout bij laden van afbeeldingen

Afbeeldingen niet geladen; een afbeelding is bijvoorbeeld niet gevonden.

Invoer van alfabetische tekens

Tekst wordt via het toetsenbord ingevoerd.

Invoer van niet-alfabetische tekens

Niet-afdrukbare tekens worden via het toetsenbord ingevoerd, bijvoorbeeld tabs en regeleinden.

Framegrootte wijzigen

Grootte van frame wordt met de muis aangepast.

Frame verplaatsen

Frame wordt met de muis verplaatst.

Vóór het invoegen van AutoTekst

Voordat een tekstblok wordt ingevoegd.

Na invoegen van AutoTekst

Nadat een tekstblok is ingevoegd.


Macro's

Kies de macro die uitgevoerd moet worden wanneer de geselecteerde gebeurtenis zich voordoet.

Met behulp van frames kunt u gebeurtenissen aan een functie koppelen, zodat bepaald kan worden of de functie of LibreOffice Writer de gebeurtenis verwerkt.

Categorie

Toont de geopende LibreOffice-documenten en -toepassingen. Klik op de naam van de locatie waar u de macro's wilt opslaan.

Macronaam

Toont de beschikbare macro's. Klik op de macro die u aan het geselecteerde object wilt toewijzen.

Toewijzen

Wijst de geselecteerde macro aan de gespecificeerde gebeurtenis toe. De items van de toegewezen macro's worden na de gebeurtenis ingesteld.

Verwijderen

Verwijdert de macro die aan het geselecteerde item is toegewezen.

Macroselectie

Selecteer de macro die u wilt toewijzen.