Andere opdrachten

Hier kunt u alle functies en instructies vinden die niet zijn opgenomen in de andere categorieën.

Beep-instructie

Laat een toon horen door de speaker van de computer. De toon is systeem-afhankelijk en het volume en hoogte kan in het algemeen niet worden gewijzigd.

Shell-functie

Start een andere toepassing en definieert de respectievelijke vensterstijl, indien nodig.

Wait-instructie

Onderbeekt de uitvoering van het programma voor de bepaalde tijd in milliseconden.

GetSystemTicks-functie

Geeft de het aantal systeemtikken terug die door het besturingssysteem opgegeven worden. Deze functie kan worden gebruikt om bepaalde processen te optimaliseren.

Environ-functie

Geeft de waarde van een omgevingsvariabele terug als een tekenreeks. Omgevingsvariabelen zijn afhankelijk van het respectievelijke besturingssysteem.

GetSolarVersion-functie

Retourneert het interne getal van de huidige LibreOffice versie.

GetGuiType-functie

Geeft een numerieke waarde die de grafische gebruikersinterface specificeert.

TwipsPerPixeIX-functie

Geeft het aantal twips die overeenkomen met de breedte van een pixel terug.

TwipsPerPixelY-functie

Geeft het aantal twips die overeenkomen met de hoogte van een pixel terug.

CreateUnoStruct-functie

Creëert een voorbeeld van een Uno-structuurtype.

CreateUnoService-functie

Verbindt een Uno service met de ProcessServiceManager.

GetProcessServiceManager-functie

Geeft de ProcessServiceManager (centrale Uno ServiceManager) terug.

CreateUnoDialog-functie

Creëert een BASIC Uno-object dat een Uno-dialoogbeheer vertegenwoordigt gedurende BASIC-runtime.

CreateUnoListener-functie

Maakt een Listener-exemplaar.

CreateUnoValue-functie

Geeft een object dat voor een nauwkeurig getypeerde waarde staat die naar het Uno-typesysteem verwijst.

CreateObject-functie

Maakt een UNO-object. Op Windows kan het ook OLE-objecten maken.

Met deze methode kunnen exemplaren gemaakt worden van het type dat als parameter doorgegeven wordt.

GetDefaultContext-functie

Geeft de standaardcontext van de 'process service factory', als die bestaat, en anders een nulwaarde.

ThisComponent-functie

Benadert de actieve component zodat de eigenschappen daarvan kunnen worden gelezen en ingesteld. ThisComponent wordt gebruikt vanuit de Basic van het document, waar het het document vertegenwoordigt waartoe de Basic behoort. Het objecttype dat wordt geopend door ThisComponent is afhankelijk van het documenttype.

GlobalScope

BASIC-broncode en -dialoogvensters worden georganiseerd in een bibliotheeksysteem.