GetAttr-functie

Geeft een bitpatroon waarmee het bestandstype of de naam van een volume of map vastgesteld kan worden.

Syntaxis:

GetAttr (Tekst As String)

Teruggegeven waarde:

Integer

Parameters:

Tekst:Elke tekenreeks met een ondubbelzinnige bestandsspecificatie. U kunt ook URL-notatie gebruiken.

Deze functie bepaalt de attributen voor een gespecificeerd bestand en geeft het bitpatroon dat u kunt gebruiken om de volgende bestandsattributen te identificeren:

Foutcodes:

5 Ongeldige aanroep van procedure

53 Bestand niet gevonden

Waarde

Benoemde constante

Waarde

Definitie

ATTR_NORMAL

0

Normale bestanden

ATTR_READONLY

1

Alleen-lezen bestanden.

ATTR_HIDDEN

2

Verborgen bestanden

ATTR_SYSTEM

4

Systeembestand

ATTR_VOLUME

8

Geeft de naam van het volume

ATTR_DIRECTORY

16

Geeft alleen de naam van de map.

ATTR_ARCHIVE

32

Bestand is gewijzigd sinds laatste back-up (Archiefbit).


Als u wilt weten of een bit van de attribuutbyte is ingesteld, gebruikt u de volgende query-methode:

Voorbeeld:

Sub ExampleSetGetAttr

On Error Goto ErrorHandler ' Definieer doel voor foutafhandeling

 If Dir("C:\test",16)="" Then MkDir "C:\test"

 If Dir("C:\test\autoexec.sav")="" Then FileCopy "c:\autoexec.bat", "c:\test\autoexec.sav"

 SetAttr "c:\test\autoexec.sav" ,0

 FileCopy "c:\autoexec.bat", "c:\test\autoexec.sav"

 SetAttr "c:\test\autoexec.sav" ,1

 Print GetAttr( "c:\test\autoexec.sav" )

 End

ErrorHandler:

 Print Error

 End

End Sub