GetAttr-functie
Geeft een bitpatroon waarmee het bestandstype of de naam van een volume of map vastgesteld kan worden.
Syntaxis:
GetAttr (Tekst As String)
Teruggegeven waarde:
Integer
Parameters:
Tekst:Elke tekenreeks met een ondubbelzinnige bestandsspecificatie. U kunt ook URL-notatie gebruiken.
Deze functie bepaalt de attributen voor een gespecificeerd bestand en geeft het bitpatroon dat u kunt gebruiken om de volgende bestandsattributen te identificeren:
Waarde
Benoemde constante |
Waarde |
Definitie |
ATTR_NORMAL |
0 |
Normale bestanden |
ATTR_READONLY |
1 |
Alleen-lezen bestanden. |
ATTR_HIDDEN |
2 |
Verborgen bestanden |
ATTR_SYSTEM |
4 |
Systeembestand |
ATTR_VOLUME |
8 |
Geeft de naam van het volume |
ATTR_DIRECTORY |
16 |
Geeft alleen de naam van de map. |
ATTR_ARCHIVE |
32 |
Bestand is gewijzigd sinds laatste back-up (Archiefbit). |
Als u wilt weten of een bit van de attribuutbyte is ingesteld, gebruikt u de volgende query-methode:
Voorbeeld:
Sub ExampleSetGetAttr
On Error Goto ErrorHandler ' Definieer doel voor foutafhandeling
If Dir("C:\test",16)="" Then MkDir "C:\test"
If Dir("C:\test\autoexec.sav")="" Then FileCopy "c:\autoexec.bat", "c:\test\autoexec.sav"
SetAttr "c:\test\autoexec.sav" ,0
FileCopy "c:\autoexec.bat", "c:\test\autoexec.sav"
SetAttr "c:\test\autoexec.sav" ,1
Print GetAttr( "c:\test\autoexec.sav" )
End
ErrorHandler:
Print Error
End
End Sub