Bewerken

Dit menu bevat opdrachten voor het bewerken van de inhoud van het huidige document.

Ongedaan maken

Maakt de laatste opdracht of het laatst getypte item ongedaan. Klik op de pijl naast het pictogram Ongedaan maken op de werkbalk Standaard om de opdracht te selecteren die u ongedaan wilt maken.

Opnieuw

Annuleert de handeling van de laatste opdracht Ongedaan maken. Klik op de pijl naast het pictogram Opnieuw op de werkbalk Standaard om de stap die u Ongedaan wilt maken te selecteren.

Herhalen

Herhaalt de laatste opdracht. Deze opdracht is beschikbaar in Writer en Calc.

Knippen

Verwijdert de selectie en kopieert deze naar het klembord.

Kopiëren

Kopieert de selectie naar het klembord.

Plakken

Voegt de inhoud van het klembord op de cursorpositie in en vervangt alle geselecteerde tekst of objecten.

Plakken speciaal

Voegt de inhoud van het klembord in het huidige bestand met een gespecificeerde indeling in.

Alles selecteren

Selecteert de gehele inhoud van het huidige bestand, frame of tekstobject.

Selectiemodus

Kies de selectiemodus uit het submenu: normale selectie, of blokselectie.

Tekst selecteren

U kunt een selectiecursor activeren in een alleen-lezen tekstdocument of in de Help. Kies Bewerken - Tekst selecteren of open het contextmenu van een alleen-lezen document en kies Tekst selecteren. De selectiecursor knippert niet.

Direct cursor Modus

Hiermee kan een gebruiker op het begin, midden of einde van een mogelijke regel tekst op een pagina klikken en dan beginnen te typen.

Zoeken

Zet de werkbalk Zoeken aan of uit om naar tekst te zoeken of door de elementen van een document te navigeren.

Zoeken en vervangen

Zoekt en vervangt tekstopmaakprofielen in het huidige document.

Ga naar pagina

Opent het venster van de Navigator op de draaiknop Paginanummer, zodat u in een paginanummer kunt invoeren.

Wijzigingen bijhouden

Geeft de opdrachten weer die beschikbaar zijn voor het bijhouden van wijzigingen in uw bestand.

Hyperlink

Opent een dialoogvenster waarin u hyperlinks kunt maken en bewerken.

Voet-/Eindnoot

Bewerkt het geselecteerde voet- of eindnootanker. Klik vóór de voet- of eindnoot, en kies dan deze opdracht.

Indexitem

Hiermee kunt u het geselecteerde indexitem wijzigen. Klik voor of in het indexitem en kies vervolgens deze opdracht.

Item literatuurlijst

Bewerkt het geselecteerde literatuurlijstitem.

Velden

>Opent een dialoogvenster waarin u de eigenschappen van een veld kunt bewerken. Klik vóór een veld en kies dan deze opdracht. U kunt in het dialoogvenster de pijltoetsen gebruiken om naar het vorige of volgende veld te gaan.

Koppelingen

Hiermee kunt u de eigenschappen van de koppelingen in het huidige document bewerken, inclusief het pad naar het bronbestand. Deze opdracht is niet beschikbaar als het huidige document geen koppelingen bevat naar andere bestanden.

ImageMap

Hiermee kunt u URL's aan specifieke gebieden, hotspots genaamd, in een afbeelding of groep afbeeldingen toevoegen. Een Image Map is een groep met een of meer hotspots.

Object

Hiermee kunt u een geselecteerd object bewerken, die u ingevoegd heeft met de opdracht Invoegen - Object

Database wisselen

Wijzig de gegevensbronnen voor het huidige document. De vervangende database moet identieke veldnamen bevatten om ervoor te zorgen dat de inhoud van ingevoegde velden goed weergegeven wordt.

Bestand bewerken

Gebruik het pictogram Bestand bewerken om de bewerkingsmodus te activeren of deactiveren.