Navigeren en selecteren met het toetsenbord
U kunt met het toetsenbord door een document navigeren en selecties maken.
-
Druk of de toets of toetscombinatie uit de volgende tabel om de cursor te verplaatsen.
-
Houd ook de Shift-toets ingedrukt als u de cursor verplaatst om ook de tekens onder de zich verplaatsende cursor te selecteren.
Toets |
Functie |
+Command-toetsCtrl-toets |
Pijltoetsen naar links/rechts |
Verplaatst de cursor één teken naar links/rechts. |
Verplaatst de cursor één woord naar links/rechts. |
Pijltoetsen omhoog/omlaag |
Verplaatst de cursor één regel naar boven/beneden. |
(Command+OptionCtrl+Alt) Verplaatst de huidige alinea naar boven of beneden. |
Home |
Verplaatst de cursor naar het begin van de huidige regel. |
Verplaatst de cursor naar het begin van het document. |
Home In een tabel |
Verplaatst de cursor naar het begin van de inhoud in de huidige cel. |
Verplaatst de cursor naar het begin van de inhoud van de huidige cel. Druk nogmaals om de cursor naar de eerste cel in de tabel te verplaatsen. Druk nogmaals om de cursor naar het begin van het document te verplaatsen. |
End |
Verplaatst de cursor naar het einde van de huidige regel. |
Verplaatst de cursor naar het einde van het document |
End In een tabel |
Gaat naar het einde van de inhoud in de huidige cel. |
Verplaatst de cursor naar het einde van de inhoud in de huidige cel. Druk nogmaals om de cursor naar de laatste cel in de tabel te verplaatsen. Druk nogmaals om de cursor naar het einde van het document te verplaatsen. |
PgUp |
Scrolt één pagina omhoog. |
Verplaatst de cursor naar de koptekst. |
PgDn |
Scrolt één pagina omlaag. |
Verplaatst de cursor naar de voettekst. |