Werkbalk Tekening
De werkbalk Tekening bevat veelgebruikte functies voor bewerken. Klik op de pijl naast een pictogram om een werkbalk met extra opdrachten te openen.
U kunt de werkbalk Tekening ook weergeven vanuit een tekstdocument of werkblad. De verzameling zichtbare pictogrammen kan enigszins verschillen, naar aanleiding van het huidige documenttype.
Selecteren
Als u een object op de huidige dia wilt selecteren, klikt u op het pictogram Selecteren (de witte pijl) op de werkbalk Tekening en klikt u vervolgens op het object.
U kunt meerdere objecten selecteren door Shift ingedrukt te houden terwijl u klikt.
Wilt u een object selecteren dat door een ander object wordt bedekt, dan houdt u OptionAlt ingedrukt en klikt u op het object. Als u het volgende onderliggende object in de stapel wilt selecteren, houdt u OptionAlt ingedrukt en klikt u nogmaals. Als u het eerder geselecteerde object opnieuw wilt selecteren, houdt u Shift + OptionAlt, ingedrukt en klikt u.
Als u tekst aan een object wilt toevoegen, dubbelklikt u op het object en typt of plakt u de tekst.
Als u een selectie wilt opheffen, klikt u terwijl de muisaanwijzer niet op het geselecteerde object staat, of drukt u op Escape.
Als u dubbelklikt op een hulpmiddel, kunt u dit voor meerdere taken gebruiken. Als u het hulpmiddel oproept met een enkele klik, wordt teruggekeerd de laatste selectie na voltooiing van de taak.
Het selecteren van objecten in het huidige document toestaan.
|
Selectie
|
Tekent een gevulde rechthoek op de plaats waar u in het huidige document sleept. Klik waar u een hoek van de rechthoek wilt plaatsen, en sleep om de gewenste grootte te verkrijgen. Houd Shift ingedrukt terwijl u sleept om een vierkant te tekenen.
|
Rechthoek
|
Tekent een gevulde ellips in het huidige document. Klik waar u een ellips wilt tekenen, en sleep om de gewenste grootte te verkrijgen. Houd Shift ingedrukt terwijl u sleept om een cirkel te tekenen.
|
Ellips
|
Tekent een tekstvak waar u in het huidige document klikt of sleept. Klik ergens in het document, en typ of plak uw tekst.
|
Tekst
|
Met het pictogram Boog op de werkbalk Tekening wordt de werkbalk Lijnen geopend, waarmee u lijnen en vormen aan de huidige dia kunt toevoegen.
|
Boog
|
|
Verbinding
|
Open de werkbalk Verbindingen, waarmee u verbindingen kunt toevoegen aan objecten in de huidige dia. Een verbinding is een lijn die objecten aan elkaar koppelt en die aan de objecten bevestigd blijft wanneer ze worden verplaatst. Als u een object met een verbinding kopieert, wordt de verbinding ook gekopieerd.
Opent de werkbalk Pijlen om lijnen en pijlen in te voegen.
Opent de werkbalk 3D-objecten. De objecten zijn driedimensionaal, met diepte, belichting, en reflectie. Elk ingevoegd object vormt initieel een 3D-scene. Druk op F3 om de scene te betreden. Voor deze 3D-objecten kunt u het dialoogvenster 3D-effecten openen om de eigenschappen te bewerken.
|
3D-objecten
|
Opent de werkbalk Basisvormen die u kunt gebruiken om afbeeldingen in uw document in te voegen.
|
Basisvormen
|
Opent de werkbalk Symboolvormen vanwaaruit u afbeeldingen in uw document kunt invoegen.
|
Symboolvormen
|
Opent de werkbalk Blokpijlen van waaruit u afbeeldingen in uw document kunt invoegen.
|
Blokpijlen
|
Opent de werkbalk Stroomdiagrammen van waaruit u afbeeldingen in uw document kunt invoegen.
|
Stroomdiagrammen
|
Opent de werkbalk Toelichtingen van waaruit u afbeeldingen in uw document kunt invoegen.
|
Toelichtingen
|
Opent de werkbalk Sterren en banieren vanwaaruit u afbeeldingen in uw document kunt invoegen.
|
Sterren
|
Hiermee kunt u punten op uw tekening bewerken.
Hiermee kunt u plakpunten op uw tekening bewerken.
Opent het dialoogvenster Fontwork waarmee u opgemaakte tekst in uw document kunt invoegen, die niet mogelijk is met standaard opmaak van lettertypes.
|
Fontwork-Galerij
|
Voegt een afbeelding in het uidige document in met optimale pagina-omloop en gecentreerd op de regel van de huidige celpositie, gecentreerd op de pagina of dia.
|
Afbeelding
|
|
Invoegen
|
Met dit werktuig kunt u het object draaien.
|
Draaien
|
Uitlijning
Wijzigt de uitlijning van geselecteerde objecten.
|
Uitlijning
|
Hier kunt u de stapelvolgorde van een geselecteerd object wijzigen.
|
Schikken
|
Schakelt de 3D-effecten in en uit voor de geselecteerde objecten.
Hier kunt u effecten toewijzen aan geselecteerde objecten.
|
Aangepaste animatie
|
Hier kunt u definiëren hoe het geselecteerde object zich gedraagt als u er tijdens de presentatie op klikt.
|
Interactie
|