Tussen de modi voor invoegen en overschrijven schakelen
Met het toetsenbord:
Druk op de Insert-toets om tussen overschrijfmodus en invoegmodus te schakelen. De huidige modus wordt getoond op de statusbalk. De tekstcursor moet geactiveerd zijn in de cel of op de invoerregel.
Met de muis:
Klik op de statusbalk op het veld dat de actuele modus aangeeft om naar de andere modus te schakelen:
-
INSRT
Invoegmodus is aangezet. De tekstcursor is een knipperende verticale lijn. Klik in het veld om de overschrijfmodus in te schakelen.
-
OVER
Overschrijfmodus is aangezet. De tekstcursor is een knipperend blok. Klik in het veld om invoegmodus in te schakelen.