Lijnen in tekst tekenen

U kunt lijnen in uw tekst opnemen met aangepaste hoeken, breedte, kleur en andere eigenschappen.

Gebruik het tekenobject Lijn als volgt om de lijnattributen en -richting in te stellen:

Pictogram

Pictogram

1.

Klik op de werkbalk Standaard op het pictogram Tekenfuncties weergeven om de werkbalk Tekening te openen en klik op het pictogram Lijn. De muisaanwijzer verandert in een kruiscursor met daarnaast een lijn.

2.

Klik in uw document op de plaats waar de lijn moet beginnen. Houd de muisknop ingedrukt en sleep de muis naar het punt waar de lijn moet eindigen. Als u ook de Shift-toets ingedrukt houdt, kunt u alleen horizontale, verticale en diagonale lijnen tekenen.

Pictogram

3.

Laat de muisknop los wanneer de lijn de gewenste richting en lengte heeft. U kunt vervolgens meer lijnen tekenen. U verlaat deze functie door op de Esc-toets te drukken of het pictogram Selecteren op de werkbalk Tekening aan te klikken.

4.

Nadat u op het pictogram Selecteren geklikt hebt, kunt u alle lijnen tegelijk selecteren door elke lijn aan te klikken terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt. Dankzij deze meervoudige selectie kunt u ze bijvoorbeeld allemaal dezelfde kleur of breedte toewijzen.


  1. Maak een horizontale lijn door het vooraf ingestelde opmaakprofiel Horizontale lijn toe te passen. Klik in een lege alinea en dubbelklik op het opmaakprofiel Horizontale lijn in het venster Stijlen en opmaak. Als het item voor horizontale lijnen niet zichtbaar is in de lijst Alinea-opmaakprofielen, selecteert u 'Alle opmaakprofielen' in de keuzelijst onderaan.

  2. U kunt een lijn boven, naast of onder een alinea tekenen in een Writer tekstdocument door Opmaak - Alinea - Randen te kiezen.

Automatische lijnen in Writer

  1. Als u in een Writer tekstdocument een nieuwe regel begint door drie of meer afbreekstreepjes te typen en daarna op de Enter-toets drukt, worden die tekens verwijderd en krijgt de vorige alinea een lijn als onderrand.

    Typ drie of meer afbreekstreepjes (-), of onderstrepingen ( _ ), en druk dan op Enter om een enkele lijn te maken. Typ drie of meer "is gelijk aan"-tekens (=), asterisken (*), tildes (~), of hekje-tekens (#), en druk dan op Enter, om een dubbele lijn te maken.

  2. Kies Opmaak - Alinea - Randen en selecteer geen rand, om een automatische getekende lijn te verwijderen.

  3. Kies Bewerken - Ongedaan maken om het automatisch vervangen van een rand één keer ongedaan te maken.

  4. U schakelt de automatische randen uit door Extra - AutoCorrectie - Opties voor AutoCorrectie - Opties te selecteren en de selectie van Rand toepassen op te heffen.

Waarschuwingspictogram De lijnen en andere tekenobjecten die u in tekst invoegt, worden niet in HTML gedefinieerd en worden daarom niet rechtstreeks in HTML-formaat geëxporteerd. In plaats daarvan worden ze als afbeeldingen geëxporteerd.

Tippictogram Wanneer u een lijndikte invoert, kunt u een maateenheid toevoegen. Een lijndikte van nul resulteert in een haarlijn met een hoogte van één pixel in het uitvoermedium.

Opmaak - Alinea - Randen

Lijnstijlen met behulp van de werkbalk toepassen